Het is niet duidelijk of er wettelijke maatregelen nodig zijn om de kwaliteit van de gastouderopvang te verbeteren. De onderbouwing van nut en noodzaak van de thans voorgestelde maatregelen schiet tekort. Dat schrijft ATR in zijn advies aan de minister van SZW over de wijziging van het Besluit kwaliteit gastouderopvang. Gegeven alle onduidelijkheden is bovendien de werkbaarheid van de wijzigingen niet geborgd. ATR adviseert daarom het besluit niet vast te stellen en zo nodig eerst nader onderzoek te doen.
Nieuwe en scherpere kwaliteitseisen voor gastouderopvang
Het kabinet stelt voor de kwaliteitseisen aan gastouderopvang aan te vullen en aan te scherpen. De reden voor deze wijzigingen is dat de huidige (pedagogische) kwaliteit van de opvang te kort schiet. 21% van de gastouders biedt opvang van lage of zeer lage pedagogische kwaliteit. Zo moet met het besluit het pedagogisch beleidsplan van de gastouderbureau worden aangevuld. Gastouders moeten in het vervolg een pedagogisch werkplan opstellen. En gastouders krijgen ten minste drie uur begeleiding van een pedagogisch beleidsmedewerker van het gastouderbureau.
Niet duidelijk waarom kwaliteit achterblijft
Duidelijk is het percentage gastouders waarvan de kwaliteit achterblijft. Dat is 21% van de 15.400 gastouders in Nederland. Het besluit geeft echter tegelijkertijd aan dat de variatie in kwaliteit begint af te nemen. Er lijkt inmiddels een professionaliseringslag in gang gezet te zijn. Met name deze laatste ontwikkelingen maakt het dat niet boven iedere twijfel verheven is dat wettelijke maatregelen nu al noodzakelijk zijn. Als die niet nodig blijken kan ook de vrij substantiële extra regeldruk voor gastouderbureaus en gastouders achterwege blijven. Die extra regeldruk is geraamd op jaarlijks € 11,7 mln. en € 4,5 mln. eenmalig. Daarom is volgens ATR een aanvulling van de probleemanalyse en een onderbouwing van nut en noodzaak van maatregelen noodzakelijk.
Noodzaak van de voorgestelde maatregelen niet aangetoond
Het besluit biedt geen inzicht in de redenen waarom 21% van de gastouders qua pedagogische kwaliteit achterblijft. Nut en noodzaak van de concrete maatregelen is daarom (nog) niet te onderbouwen. Zo is er nog onvoldoende grond om aan te nemen dat ‘papieren maatregelen’, zoals het opstellen van een werkplan, gaan helpen. Maar ook: gaan strengere en nog meer eisen wel helpen, als 21% al niet aan de lichtere eisen (kunnen) kan voldoen? Is extra begeleiding van de achterblijvers niet voldoende, waardoor minder extra regeldruk kan optreden? En tenslotte, is daarmee niet ook het risico dat de schaarste aan opvangplekken en personeel gaat toenemen omdat – vanwege de strengere eisen en bijbehorende kosten – gastouders stoppen. Daarmee zou kwaliteit voor alle ouders en kinderen die op gastouderopvang zijn aangewezen verder uit zicht raken. ATR adviseert daarom het besluit niet vast te stellen. Het is gewenst dat eerst de probleemanalyse aan te vullen en – al dan niet na nader onderzoek – te motiveren welke maatregelen echt nodig zijn.
Dit bericht betreft het ATR-advies over de Wijziging van het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang in verband met het verhogen van de kwaliteit van de gastouderopvang en tot wijziging van het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang in verband met het afschermen van het woonadres van vraagouders in het landelijk register kinderopvang