Het kabinet streeft met de wijziging van het Besluit houders van dieren om een besmettelijk virus bij runderen uit te roeien. Dit verbetert het dierenwelzijn en voorkomt economische schade bij bedrijven. Of de maatregelen daadwerkelijk dit virus zullen uitroeien, kan beter worden onderbouwd. De berekening van de regeldruk kan op een aantal punten worden aangevuld.  Dat schrijft ATR in een advies aan de minister van LVVN.

Aanleiding

Ondanks inspanningen van rundveehouders blijft het zogeheten IBR/IPV virus circuleren. Niet alle bedrijven doen mee met een bestaand privaat bestrijdingsprogramma, waardoor het virus rond kan blijven gaan onder runderen. De dieren blijven hierdoor ziek en bedrijven krijgen te maken met extra kosten. Bovendien kunnen de veehouders hun runderen niet zomaar vervoeren. Om het virus verder uit te roeien, wil het kabinet de aanpak van het private bestrijdingsprogramma verplichten voor alle rundveehouderijen in Nederland.

Doelbereik en regeldruk

De noodzaak van het besluit blijkt duidelijk uit de toelichting. De vraag of verplichting van deelname aan het private bestrijdingsprogramma het virus in Nederland daadwerkelijk uitroeit wordt echter onvoldoende beantwoord. Ook zijn gevolgen voor de regeldruk nog niet volledig beschreven. Zo zijn de kosten van het voldoen aan de opgenomen onderzoeksplicht en meldingsplicht niet berekend en ontbreekt het totaal van de regeldrukkosten. Het advies is op deze punten de toelichting uit te breiden.

De formele titel van dit voorstel luidt Wijziging Besluit houders van dieren i.v.m. bestrijding IBR/IPV