Het kabinet legt brandstofleveranciers in vier transportsectoren de verplichting op om meer hernieuwbare brandstoffen in te kopen. De CO2-reductiedoelen verschillen per sector en lopen de komende jaren op. Het besluit is goed onderbouwd, al zijn de regeldrukgevolgen nog niet volledig in beeld gebracht. Ook zou het goed zijn een invoeringstoets te doen, zodat tijdig kan worden bekeken of de regelgeving werkt zoals is beoogd. Dat schrijft ATR in een advies aan de staatssecretaris Openbaar vervoer en Milieu (IenW).
Verder introduceert het voorstel zogenoemde inboekdienstverleners. Dit zijn partijen die administratieve handelingen verrichten voor consumenten en kleine bedrijven die duurzaam opgewekte elektriciteit laden in hun elektrische voertuigen of machines. Het gaat dan om de administratieve handelingen die nodig zijn voor het registreren van deze energie bij Nederlandse Emisssie autoriteit (NEa). Zo kan ook deze energie meetellen voor de jaarlijkse doelstelling om de CO2-reductie in de vervoerssector te verminderen.
De doelen voor het verminderen van de CO2-uitstoot moeten binnen een nieuwe systematiek worden gerealiseerd. Eerder was het bijv. verplicht om 5% biobrandstof bij benzine te mengen, met het nieuwe voorstel moet de hernieuwbare brandstof worden omgerekend naar de mate waarmee die tot minder emissies leidt. De regeldrukgevolgen van de nieuwe systematiek komt voort uit een Europese richtlijn (de Renewable Energy Directive). Deze gevolgen waren al opgenomen in de wet waarmee de richtlijn is geïmplementeerd. De uitwerking van de systematiek in dit besluit kent aparte doelstellingen per vervoerssector en subdoelstellingen voor brandstoffen van biologische en niet-biologische oorsprong. Bovendien bevat zij diverse correctiefactoren en uitzonderingsbepalingen. Daarmee is deze uitwerking niet eenvoudig te doorgronden. ATR adviseert daarom om na het afronden van de implementatie van de RED III-verordening een invoeringstoets te houden. Daarmee kan worden bekeken of de nieuwe systematiek ook echt werkt zoals is beoogd.
De formele titel van het besluit luidt: Besluit tot wijziging van het Besluit energie vervoer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2023/2413 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001, verordening (EU) 2018/1999 en Richtlijn 98/70/EG wat de bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen betreft, en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad.