Het kabinet implementeert Europese wetgeving over online gesloten overeenkomsten inzake financiële diensten. Bij die implementatie maakt het kabinet op gebruik van een nationale kop door meer te (blijven) regelen dan strikt genomen noodzakelijk is op grond van Europese regelgeving. De reden hiervoor is onvoldoende toegelicht en eventuele gevolgen voor het bedrijfsleven zijn niet in kaart gebracht. Dat schrijft ATR in een advies aan de minister van Financiën en de staatssecretaris Rechtsbescherming.
Inhoud van de wijzigingen
De implementatiewet bevat regels over verstrekking van precontractuele informatie, ontbindingsrecht en regels ter bescherming van consumenten bij het online sluiten van overeenkomsten voor financiële diensten. De Europese regels verplichten ca 100.000 handelaren in Nederland om op hun website een zogeheten ontbindingsknop te plaatsen zodat consumenten gedurende de ontbindingstermijn een overeenkomst eenvoudig kunnen ontbinden. Ook dienen financiëledienstverleners bepaalde precontractuele informatie te verstrekken en hebben consumenten recht op menselijke tussenkomst bij geautomatiseerd advies.
Lidstaatopties
De Europese richtlijn bevat een aantal lidstaatopties waarvan er twee worden toegepast die niet het meest lastenluw zijn. Zo wordt het toepassingsgebied van de richtlijn verruimd door verplichtingen ook toe te passen op overeenkomsten die buiten de verkoopruimte worden gesloten. ATR adviseert in de toelichting te verduidelijken dat het een nationale kop betreft. Ook worden taalvoorschriften gecontinueerd terwijl de richtlijn de mogelijkheid biedt om deze inhoudelijk te heroverwegen. Ook op dit punt ontbreekt een duidelijke motivering in de toelichting.