Jeugdhulpaanbieders moeten gaan voldoen aan een jaarlijkse en openbare verantwoordingsplicht. Ook moeten zij gegevens gaan aanleveren in het kader van de zogeheten vroegsignaleringstaak door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).  Uit de onderbouwing van de nadere invulling van het wetsvoorstel blijkt nog altijd onvoldoende wat de meerwaarde zou zijn van de extra verplichtingen. Ook zijn mogelijk minder belastende alternatieven onvoldoende toegelicht en overwogen. Dat schrijft ATR in een advies aan de staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport (VWS).

Context

De maatregelen komen voort uit het Wetsvoorstel verbetering beschikbaarheid jeugdhulp. Over dit voortel heeft ATR eerder geadviseerd. Uit dat advies bleken al twijfels over nut, noodzaak en effectiviteit van de maatregelen. Ondanks die twijfels heeft de Tweede Kamer het voorstel aangenomen. De punten uit het eerdere advies blijft echter nog onverminderd van belang en betekenis.

Samenhang gegevensuitvraag vroegsignalering

Data uit de openbare jaarverantwoording wordt door de NZa gebruikt in het kader van vroegsignalering. Daarnaast moeten jeugdzorgaanbieders ook per kwartaal andere gegeven aanleveren in het kader van vroegsignalering. De regelingen maken onduidelijk waarom beide vormen van uitvraag noodzakelijk zijn voor de vroegsignalering van risico’s ten aanzien van de beschikbarheid van specialistische jeugdzorg en op welke wijze en in welke mate ze hieraan dan precies bijdragen. Op dit punt zou de onderbouwing van nut en noodzaak aangevuld moeten worden. 

Minder belastende uitvraag mogelijk

Daarnaast is de uitvraag aan gegevens voor de NZa hetzelfde voor alle deelnemende aanbieders. Uit de toelichting blijkt niet waarom hiervoor is gekozen en niet voor eenzelfde (mogelijk minder belastende) differentiatie voor kleinere organisaties, zoals bij de jaarverantwoording. Bovendien is niet duidelijk gemaakt waarom bepaalde gegevens elk kwartaal moeten worden aangeleverd. Mogelijk minder belastend is bijvoorbeeld een halfjaarlijkse frequentie. 

Regeldruk

De regeldruk is in beeld gebracht. Duidelijk is wel dat er sprake is van onnodige regeldruk wanneer nut en noodzaak van de gegevensuitvraag niet beter wordt onderbouwd.