Het kabinet wil woningcorporaties meer ruimte geven persoonsgegevens te verwerken om zo hun maatschappelijke taken effectiever uit te kunnen voeren. Het voorstel leidt tot minder regeldruk voor woningcorporaties. De analyse van die verlaging vraagt nog om een aanvulling. Ook blijkt uit het voorstel onvoldoende welke (medische) persoonsgegevens precies mogen worden verwerkt door woningcorporaties. Dat schrijft ATR in een advies aan de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

Context

Privacyregelgeving belemmert de gegevensuitwisseling tussen woningcorporaties en zorg- en welzijnsorganisaties. Het niet kunnen delen van (persoons)gegevens hindert goede ondersteuning van bewoners en het herkennen van problemen. Bijvoorbeeld als de gezondheidssituatie van een huurder van invloed is op de openbare orde in een buurt. Met dit wetvoorstel regelt het kabinet de grondslag voor het delen van bepaalde (persoons)gegevens. 

Duidelijkheid ontbreekt

Uit het voorstel blijkt niet of corporaties specifieke gegevens over de medische situatie van een huurder mogen verwerken en delen. Dit is van invloed op het doelbereik van het voorstel en de werkbaarheid van de nieuwe regels voor de woningcorporaties. Het is daarom nodig te verduidelijken hoe specifiek gegevens mogen worden verwerkt en gedeeld.

Regeldrukanalyse ontbreekt

Het voorstel zorgt voor minder regeldruk voor woningcorporaties. Ook voor zorginstellingen kan een besparing optreden, omdat woningcorporaties hen gerichter kunnen benaderen bij signalen over huurders waar bijvoorbeeld medische (vervolg)behandeling van belang lijkt. Woningcorporaties moeten maatregelen treffen om de privacy van huurders voldoende te waarborgen. Mogelijk dat hierdoor ook beperkte regeldruklasten voor corporaties optreden. De regeldrukanalyse moet nog worden aangevuld voor deze punten.