Het kabinet wil een aantal typen stalvloeren voor koeien gaan uitfaseren. Dat betekent dat melkveehouders geen vergunning meer kunnen krijgen voor stalsystemen die de beloofde emissiereductie niet waarmaken. Nut een noodzaak van het voorstel zijn voldoende beschreven. Wat betreft de werkbaarheid volstaat de toelichting niet. Zo wordt niet duidelijk wat de gevolgen voor melkveehouders kunnen zijn. Ook de regeldrukkosten zijn onvoldoende in beeld gebracht. Dat schrijft ATR in een advies aan de staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu (IenW).
Context
Stalsystemen worden steeds regelmatig onderzocht om hun werking te controleren. Recent onderzoek laat zien dat de emissiereductie van verschillende typen emissiearme stalvloeren in de praktijk tegenvalt. De onderzochte systemen zorgen niet voor minder emissie van ammoniak, geur en fijnstof. Daarom wil het kabinet die stalsystemen uitfaseren. Bestaande stallen worden niet geraakt door de wijziging. Bij aanpassing of nieuwbouw van stallen mogen melkveehouders de geschrapte systemen niet meer gebruiken.
Stapeling regelgeving
Uit het voorstel blijkt niet of er mogelijk kosten kunnen ontstaan door samenloop van regelingen. Als een stal vanwege andere regelgeving moet worden aangepast, komt er mogelijk geen vergunning meer om het bestaande stalsysteem uit te breiden. Dat kan extra kosten met zich meebrengen voor de melkveehouder. Dat aspect zou meegenomen moeten worden in de toelichting bij het voorstel.
Regeldruk
De gevolgen voor de regeldruk zijn in het voorstel niet uitgewerkt. Dat moet alsnog gebeuren om inzicht te geven in de precieze gevolgen voor melkveehouders en hun leveranciers.
De formele titel van het voorstel luidt Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat houdende wijziging van bijlage V bij de Omgevingsregeling in verband met het uitfaseren van emissiefactoren voor een aantal melkveevloeren.