Het kabinet wil veehouders verplichten hun bedrijfsvoering meer diervriendelijk maken. De toelichting bij het voorstel maakt echter onvoldoende duidelijk hoe de verplichtingen werkbaar zijn voor de betrokken veehouders. Ook wordt de regeldruk onvoldoende in beeld gebracht. Op deze punten verdient de onderbouwing van het voorstel verbetering. Dat schrijft ATR aan de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).
Inhoud
In het voorstel zijn maatregelen opgenomen voor de volgende diersoorten: pluimvee, kalveren, runderen en varkens. Doel van die maatregelen is te zorgen dat dieren op een meer dierwaardige manier kunnen leven. Bijvoorbeeld door de regels over het aantal toegestane ingrepen per dier aan te scherpen. En normen te formuleren voor hoe dieren gehouden zouden moeten worden.
Werkbaarheid
Het doel van de maatregelen is helder onderbouwd. Dat geldt niet voor de werkbaarheid: die is onvoldoende uitgewerkt. Het kabinet maakt gebruikt van open normen, waarbij niet duidelijk wordt wat de praktische gevolgen van de verplichtingen gaan zijn. Ook blijft onduidelijk of de regels (financieel) werkbaar zijn voor veehouders en is onduidelijk hoe de regels samenhangen met bestaande regelgeving.
Regeldruk
Vanuit het oogpunt van regeldruk gekozen voor het minst belastende alternatief. De regeldruk is echter niet volledig in kaart gebracht. Zo ontbreken er administratieve lasten in de opsomming. Dat geldt ook voor de nalevingskosten. Tot slot kan de nieuwe Autoriteit dierwaardige veehouderij bijdragen aan regeldruk. De toelichting moet op deze punten aangevuld worden.
De formele titel van het besluit luidt Besluit houdende wijziging van het Besluit houders van dieren, het Besluit diergeneeskundigen en enkele andere besluiten vanwege het aanwijzen van gedragsbehoeften van in de veehouderij gehouden pluimvee, kalveren, runderen en varkens en daarmee samenhangende houdvoorschriften en het uitfaseren van lichamelijke ingrepen in de veehouderij (Besluit dierwaardige veehouderij).