Ouders kunnen een toeslag krijgen voor het levensonderhoud van hun kind of kinderen. Het kabinet bezuinigt op deze toeslag met als onderbouwing dat het deze doelmatiger wil maken. Ruim 450.000 ouders krijgen daardoor minder of helemaal geen toeslag meer. De onderbouwing van het voornemen schiet sterk tekort. Het is niet duidelijk wanneer de wijziging een succes is. Ook is niet onderbouwd of het nieuwe stelsel voor ouders te begrijpen is. Dat schrijft ATR in een advies aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Context

De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de hoogte van het (gezins-)inkomen. Dit voorstel verandert de berekeningssystematiek van het kindgebonden budget door een extra afbouwpercentage van 4,3% te introduceren voor mensen met toetsingsinkomen van € 60.000 of meer. Door deze wijziging ontvangen 340.000 ouders minder toeslag en zo’n 114.000 ouders krijgen geen toeslag meer.

Doelmatigheid versus bezuiniging

Het kabinet wel met een wijziging van de berekeningssystematiek het kindgebonden budget doelmatiger maken. Uit de toelichting op het voorstel is niet op te maken of dit doel gehaald gaat worden. Zo wordt niet duidelijk of en zo ja in hoeverre het kindgebonden budget nu niet doelmatig is en wanneer het gewijzigde stelsel wel doelmatig zou zijn. Bovendien wordt de opbrengst van het ‘doelmatiger’ maken van het kindgebonden budget ingezet voor het dekken van een tegenvaller op de begroting van het ministerie. Daarmee wekt de toelichting de indruk dat het doel van het voorstel is om te bezuinigen.

Doenvermogen

Het wijzigen van het stelsel kan veel vragen van het doenvermogen van ouders, met name voor die ouders die te maken kunnen krijgen met (hoge) terugvorderingen. Het zou daarom logisch zijn om een doenvermogentoets uit te voeren waarin bekeken wordt of het nieuwe stelsel te begrijpen is en of ouders ernaar kunnen handelen. Een doenvermogentoets is niet uitgevoerd. Het is wenselijk dat dit alsnog gebeurt.

Regeldruk

Ouders moeten kennisnemen van het gewijzigde stelsel. De tijd die hiermee gepaard gaat is regeldruk. Verder is de verwachting dat ouders ook vragen zullen hebben en hierover contact zullen opnemen. Gezien de omvangrijke doelgroep (450.000 ouders) is het goed om ook hier een inschatting van te geven.

De formele titel van het voorstel luidt Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van het afbouwpercentage voor ouders met een toetsingsinkomen vanaf € 60.000.