Het kabinet gaat het bij wijze van tijdelijk experiment mogelijk maken om peuters en kleuters in zogeheten peuter-kleutergroepen samen te voegen. Scholen en kinderopvanginstellingen mogen dan voor een periode van vier jaar van een aantal wettelijke verplichtingen afwijken. Het voorstel brengt de gevolgen voor de regeldruk van deelname aan de experimenten voldoende in beeld.  Dat schrijft ATR in een advies aan de staatssecretaris Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

Context

Kinderopvangorganisaties en scholen werken steeds meer en vaker samen. De wijze van samenwerken varieert van het maken van praktische afspraken tot een meer integrale aanpak van de opvang van en onderwijs aan kinderen. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval bij Integrale Kindcentra. Er is behoefte bij gemeenten, scholen en kinderopvangorganisaties om ook te kunnen experimenteren met gezamenlijke groepen van peuters (2 ½ tot 4 jaar) en kleuters (4-5 jaar).

Experimenten

Met een tijdelijk besluit biedt de overheid organisaties de komende vier jaar ruimte om 200 peuter-kleutergroepen te starten. Tijdens de experimenten gaat naar de effecten van de groepen op de kinderen, ouders en medewerkers gekeken worden. Op basis van deze effecten bepaalt het kabinet of de aanpak structureel kan worden. De experimenten en de onderzoeken ernaar zijn nodig omdat wetenschappelijk inzicht over de effecten er nog niet is.

Regeldruk

De experimenten leiden tot extra regeldruk voor scholen en kinderopvanginstellingen. Voor deelname moet een aanvraag en selectieprocedure worden gevolgd. Ook is deelname aan het onderzoek verplicht. Voor de ouders is er ook extra regeldruk. Zij moeten schriftelijk instemmen met deelname van hun kind. Ook zijn voorafgaande adviezen van de Medezeggenschapsraad (MR) en de Oudercommissie verplicht. Dit alles is in het voorstel voldoende in kaart gebracht.

De formele titel van het voorstel luidt Tijdelijk Besluit peuter-kleutergroepen